Rijk regeert met de geldkraan
Als gemeente krijgen we ongeveer twee derde van onze middelen van het Rijk. Daar zijn we dus afhankelijk van. Dat gaat via het Gemeentefonds, de uitkeringen worden meestal in juni van het jaar bekend, later in het jaar volgen er nog wijzigingen. Veel taken worden groter of worden doorgeschoven naar gemeenten. Daar horen ook middelen bij en die horen toereikend te zijn, de praktijk is anders. Als gemeente krijgen we taken toebedeeld waarbij op voorhand een korting of bezuiniging wordt verwerkt. Ook taken die blijvend zijn en waarbij de middelen achterblijven. Het Rijk heeft de bodem van de schatkist blijkbaar bereikt.
Rond 2026-2027 spreken we van een ravijnjaar. Dan krijgen gemeenten fors minder middelen terwijl de taken doorgaan. We stevenen dan af op bezuinigingen, of lastenverzwaring.
Als gemeente hebben we onze financiën goed op orde. En dat willen we zo houden. Daarom verzetten we ons samen met andere gemeenten tegen het huidige jojo-beleid van het Rijk.
Hoe kan het dan dat gemeenten miljoenen overhouden in 2022? Dat zijn incidenten, door late verstrekking van geld in 2022 is het niet besteed. Ook door gebrek aan capaciteit worden taken doorgeschoven of niet uitgevoerd. Daardoor schuiven we geld maar ook onderhoud voor ons uit.
Deze incidentele middelen kunnen niet gebruikt worden voor langjarige investeringen. Denk aan het realiseren van een nieuw gebouw. De aflossing hiervan over dertig jaar, mogen we als gemeente niet van onze spaarrekening betalen. Dat moet vanuit de jaarlijkse middelen die binnenkomen. Vergelijk het met de thuissituatie, de hypotheek moet elke maand naast de boodschappen ook betaald kunnen worden. Dat betaal je niet van de spaarrekening, als die al aanwezig is.
Deze grilligheid van het Rijk op het financiële vlak maakt het voor gemeenten ondoenlijk om te investeren in langjarige projecten zoals gebouwen en wegen. Dit moet anders, het Rijk behoort niet te regeren via de geldkraan.